bepalen

{{bepalen}}{{/term}}

1 [voorschrijven] prescribe, lay down ⇒ determine, stipulate

2 [vaststellen] determine ⇒ ascertain

3 [vastleggen aan] fix (on) ⇒ 〈concentreren〉 concentrate (on)

4 [taalkunde] qualify, modify

♦voorbeelden:

1   zijn keus bepalen • make one's choice

     de rechtbank heeft bepaald dat … • the court has decided that …

     de wet bepaalt, dat … • the law prescribes that …

     vooraf/van tevoren bepalen • predetermine

     de prijs werd bepaald op ƒ100,- • the price was set at 100 guilders

2   u mag de dag zélf bepalen • (you may) name the day

     het tempo bepalen • set the pace

     dat bepaal ik zelf wel! • that's for me to decide

     zijn standpunt nader bepalen • (further) define one's position

     de schade werd bepaald op ƒ1000,- • the damage was assessed at 1000 guilders

     dit is bepalend voor het tarief • this determines the tariff

3   zijn aandacht/gedachten bepalen bij/tot iets • concentrate one's mind on something